Menu
We gebruiken cookies voor analyse, veiligheidsdoeleinden, het goed functioneren en het persoonlijker maken van de website. Gaat u verder op de site? Dan geeft u ons toestemming om cookies te plaatsen. Cookiebeleid.
Vanwege de gezondheidsrisico’s die blootstelling aan asbestvezels met zich meebrengt heeft de Nederlandse overheid sinds eind jaren ’70 wet- en regelgeving ontwikkeld. Hierdoor werd het (bedrijfsmatig) verwijderen van asbest en asbesthoudende producten aan steeds meer voorschriften onderworpen, ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu. Deze regels gelden voor bedrijven en particulieren. Daarnaast hebben ook anderen te maken met de wet- en regelgeving rond asbest.
Er zijn verschillende wetten en besluiten op het gebied van asbest. De belangrijkste zijn:
De zorgen over het gevaar van asbest komt verder tot uitdrukking in de wetten die betrekking hebben op een specifiek deel van de maatschappij. Ook de volgende wettelijke regelingen zijn op de asbestsloop van toepassing.
In Nederland moeten alle bedrijven en instellingen, ook boerenbedrijven, zich houden aan de wetten en regels die voor asbest gelden. Alleen voor particulieren gelden enigszins afwijkende regels. Particulieren die asbesthoudend materiaal willen verwijderen, krijgen te maken met het Asbestverwijderingsbesluit en de regels van hun gemeente. Dat is overigens niet alleen voor asbest het geval, maar geldt in het algemeen: de regels waaraan werkgevers, werknemers en zelfstandigen zich moeten houden, zijn meestal strenger dan de regels die gelden voor particulieren.
De reden hiervan is onder andere dat particulieren slechts incidenteel aan bepaalde risico’s worden blootgesteld, terwijl werkgevers, werknemers en zelfstandigen doorgaans te maken hebben met meer dan incidentele risico’s. Wettelijke regels voor het omgaan met asbest gelden praktisch voor iedereen. Wel maakt het dus uit of u particulier, werkgever of werknemer bent, omdat verschillende wetten en regels gelijktijdig op u van toepassing kunnen zijn.
De volgende wetten en regels zijn van belang voor :
Meer informatie kunt u vinden op de pagina over de details van de wetgeving rond asbest.
Afhankelijk van uw omstandigheden kunt u informatie over wet- en regelgeving inwinnen bij uw werkgever, uw verhuurder, de branchevereniging, de Arbeidsinspectie, een vakvereniging, de gemeente of een consumentenorganisatie.
Werkgevers die in aanraking komen met de aanwezigheid van asbest, moeten zich houden aan de naleving van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet. Belangrijk is dat na 1 juli 1993 geen asbesthoudend materiaal mag worden bewerkt, verwerkt of in voorraad mag worden gehouden, tenzij er een ontheffing door de Arbeidsinspectie word verleend. Voor sloop, reparatie of onderhoud van asbesthoudende constructies geldt dit verbod niet. Het is verboden asbest opnieuw te gebruiken, wat ook geldt voor het terugplaatsen van verwijderd asbesthoudend materiaal. Asbest uit bouwwerken en objecten mag slechts verwijderd worden door een deskundig verwijderingsbedrijf. Indien u, als werkgever, plannen heeft asbest uit een bouwwerk te verwijderen, dan moet u als opdrachtgever een sloopvergunning bij de gemeente aanvragen.
Een detaillist of groothandelaar mag na 1 juli 1993 geen asbesthoudende producten meer in voorraad houden, tenzij het producten betreft, waarvoor de Arbeidsinspectie ontheffing heeft verleend. Indien u, met een ontheffing, toch asbesthoudende producten aan gebruikers aanbiedt, dan moeten deze producten voorzien zijn van een ‘asbest-etiket’ volgens het Warenwetbesluit.
Een garagehouder mag, binnen de uitzonderingen die gelden voor asbesthoudende rem- en frictiematerialen, werken met asbest. De garagehouder moet er wel voor zorgen dat de werknemers voldoende zijn beschermd.
Werknemers die worden geconfronteerd met de mogelijke aanwezigheid van asbest moeten de werkgever hierover inlichten en de werkgever vragen de nodige maat- regelen te treffen. De werkgever is, op grond van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet, hiertoe verplicht. Tevens moet hij de werknemer dan instructies geven over de gevaren van asbest en over veilige werkmethoden. Werknemers moeten zich aan de veiligheidsinstructies van de werkgevers houden. Bij sloopwerkzaamheden hebben zij recht op aanvullende instructies en moet er altijd een deskundig toezichthouder aanwezig zijn. Indien u twijfelt of de maatregelen die de werkgever voorschrijft voldoende zijn, dan kunt u altijd advies vragen aan de Arbeidsinspectie of een vakbond.
Voor zelfstandig ondernemers geldt het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet, dus ook het verbod om asbest te gebruiken. Als u beroepsmatig werkzaamheden met asbest uitvoert, als sloper, maar ook als boer, tuinder of loonwerker, moet u zich houden aan de bepalingen van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet en aan andere regels, zoals het Asbestverwijderingsbesluit.
Als u als huurder of eigenaar/bewoner vermoedt dat er asbest in uw (huur)woning aanwezig is, dan moet u de asbest absoluut niet zelf verwijderen. Dit levert dikwijls meer risico’s op dan het laten zitten van de asbest. In veel gevallen is het aan te raden om de asbest te laten zitten tot renovatie of sloop. Bovendien moet u voor iedere voorgenomen verwijdering van asbest uit een bouwwerk een vergunning aanvragen bij de gemeente. De gemeente stelt voorschriften aan de verwijdering en afvoer van asbest. Bent u huurder, dan kunt u in dergelijke gevallen contact opnemen met de verhuurder. Geeft de verhuurder u geen bevredigend antwoord, dan kunt u contact opnemen met een consumentenorganisatie.
Als verhuurder weet u meestal wel welke materialen er in een verhuurd huis zijn toegepast. Als in een woning asbest aanwezig is, is het aan te raden de huurder hierover te informeren. Tref maatregelen in gevallen waarin het asbesthoudend materiaal risico’s voor de gezondheid veroorzaakt, bijvoorbeeld door het vrij komen van vezels uit beschadigd, verweerd of losgebonden materiaal. De te treffen maatregelen kunnen bijvoorbeeld zijn het laten verwijderen of het afschermen van het materiaal.
Al in 1977 heeft de Nederlandse overheid consequenties getrokken uit de toen bekende gegevens over de risico’s van asbest, door het tot stand brengen van het Asbestbesluit (Stb.1977, 269) gebaseerd op de Silicosewet (Stb.1951, 134). Hierin is een verbod opgenomen op het verspuiten van asbest en op het bewerken, verwerken en ter verkoop hebben van crocidoliet, een buitengewoon gevaarlijk soort asbest. Voor het be- en verwerken van andere asbestsoorten werden arbeidsbeschermende voorschriften ingevoerd.
In 1988 werd het Asbestbesluit van 1977 vervangen door het Asbestbesluit van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb.1988, 560). Hiermee werd uitvoering gegeven aan de Europese Richtlijn van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest op het werk (EG 1983 L263).
Kort samengevat houdt het Asbestbesluit het volgende in: als bij werkzaamheden gevaar bestaat op blootstelling aan asbest, moet de aard en de mate van blootstelling worden vastgesteld om het risico te kunnen inschatten. Blijkt uit de beoordeling van meetresultaten dat de concentratie aan asbeststof hoger is dan een bepaald niveau, dan zijn maatregelen noodzakelijk om mens en omgeving te beschermen.
Bij Koninklijk Besluit van 10 december 1991 (Stb.1991, 685) zijn strengere regels opgenomen op het gebied van het slopen en het verwijderen van asbest in het algemeen en crocidoliet in het bijzonder.
Enkele artikelen van het Asbestbesluit zijn verder uitgewerkt en weergegeven in het Koninklijk Besluit van februari 1993 (Stb.1993, 135). In dit Besluit is vastgelegd dat gebruik, opslag en verwerking van asbest in beginsel verboden is, met een paar uitzonderingen. Reparaties en onderhoud van asbest of asbesthoudende materialen en asbestsloop blijven toegestaan, onder strenge procedures. Deze zijn vastgelegd in het gewijzigde Asbestbesluit van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb.1993, 136).
Op 1 oktober 1993 is het Asbestverwijderingsbesluit (Stb.1993, 290) in werking getreden. Hierin staan voorschriften voor het verwijderen van asbest uit bouwwerken.
Vanaf 2024 worden asbestdaken in Nederland verboden. Het verbod, dat wordt opgenomen in het Asbestverwijderingsbesluit 2005, beschermt mens en milieu tegen de gevaren van blootstelling aan asbest. Oude daken kunnen door de jaren heen zijn aangetast door weer en wind. Daardoor kunnen asbestvezels vrijkomen. En die vormen een gevaar voor de volksgezondheid. In 2024 is het 30 jaar geleden dat bouwbedrijven geen asbest meer mochten gebruiken.